
ELKE GILDEBROEDER ZAL ZWEREN
GODE… EN SINTE BARBARA… GHETROUWE… TE ZIJN.
Als Gilde in de Middeleeuwen ontstaan kreeg ook deze vereniging een beschermheilige. Voor de meeste bosseniers is dit heilige Barbara:
EERST ENDE ALVOOREN DAT ELCK GÜLDEBROER SWEEREN SAL GODE VAN HEMELRYCK MEVROÜWE SINTE BARBARA VRIENDINNE GODTS THOÜDEN VOOR PATRONESSE VAN DESE GULDE…
Deze Heilige uit de eerste tijden van het christendom stierf in 237 als martelares in Nicodemië (Klein Azië) onder de regering van keizer Maximianus I. Volgens de legende werd ze door haar vader omwille van haar bekering onthoofd in de toren van het kasteel. Bij deze moord werd hijzelf getroffen door een felle bliksemflits. De roeden waarmee ze vooraf gegeseld werd veranderden in pluimen. Aldus werd ze de patrones van de kanonniers, bosseniers, wapensmeden en allen die met geschut te maken hebben. Dit houdt verband met de inslaande bliksem te vergelijken met het gebulder van het geschut en de bliksem van het vuurwerk en de ontploffing. In het Spaanse leger werd ze patrones van de artilleristen en zo verspreidde de vereniging zich verder over Europa. Vanaf de I5e eeuw geraakte ze in onze streken zeer bekend. Veelvuldig zijn de afbeeldingen in laat-gotiek en barok. Jan van Eyck geeft een van de bekendste voorstellingen.
Het godsdienstig karakter van de vereniging is verder af te leiden uit de statuten. Als gelovige verbindt elk lid zich op straffe van boete tot de plichten hieraan verbonden. Ieder lid zweert trouw aan God en de heilige Barbara. Daarop wordt hij tot lid gedoopt onder het vaandel van de Gilde door de koning of voorzitter.
In zijn gedrag en uitlatingen zal elke Gildebroeder een voorbeeld zijn van zedelijk Godsdienstig leven:
ALLE GULDEBROEDERS SULLEN HUN WACHTEN TE SPRKEN EENIGHE VILAINIE OFTE CONFUSIGHE WOORDEN IN DE VERGADERINGEN BINNEN DEN HOVE OFT INT PASSEREN GULDEWYS OFT GHESELLEWYS OP DE BOETE VAN ZÜLCK BI CONDEMNATIE, ONDERHOUT DIT.
Volgende personen worden niet aanvaard of uitgesloten:
1e ALLE PERSOONEN DIE DOOR GEBOORTE OF DOOR AFZWERING, GEEN DEEL MAKEN VAN DE ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK.
2e ALLE PERSOONEN DIE DEEL MAKEN VAN GEHEIME OF GEKENDE VERGADERINGEN, DIE VOOR DOEL HEBBEN,T ZU RECHTSTREEKS OF ZIJDELINGS HST VERVOLGEN VAN DE ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK.
3e ALLE PERSOONEN DIE WEIGERST ZICH TE ONDEHWERPEN AAN ‘S LANDS SYSTEEM VOOR ZOOVEEL DEZELVE NIET STRIJDIG ZIJN MET DE LEERING DER ROOMSCH-KATHOLIJKE KERK.
4e ALLE PERSOONEN DIE DOOR GELIJK WELKE RECHTBANKEN, VEROORDEELD ZIJN VOOR EEN ONTEEREMD MISDRIJF ZOOALS DIEPTEN, BLOEDIGE GEVECHTEN—
5e ALLE PERSOONEN, OFENTLIJK GEKEND ALS ZIJNDE VAN EEN ONGODSDIENSTIG OF ZEDELOOS GEDRAG….
Ook voor de begrafenis van confraters, zijn bijzondere schikkingen voorzien. Ieder lid van de gilde moet bij zijn inschrijven tekenen voor zijn doodschuld. Hierbij betaalt hij een zekere hoeveelheid was voor het beeld van de patrones en een traktatie voor de gildeleden die de dienst bijwonen:
…. IS HIER BI DE GHEHEÏME GULDEBROEDERS GHEACCORDEERT DAT ELCKEN GOMMENDE IN DESE GULDE SAL GHEVEN TOT EROFFÏTE VANDE SELVE TSYNDER DOOTSCHULDT SOO VELE ALST HEM BELIEVEN SAL, DIES ZULLEN GHEHOUDEN ZSS ALLE DE GULDEBROEDERS gNSg MET HET DOODE LICHAEM TE GAENE TER KERCKEN ENDE «T SELVEN TE DRAGHEN ALS GULDEBROEDERS ENDE MISSE TE HDOBHE, WELCKE DOOTSCHULDT SAL GHEINDT SÏN NAER SïN DOOI ALS NAER RECHTE….
De gewoonten verschillen van persoon tot persoon. Meestal is dit een hoeveelheid was, een ton bier met hesp en brood. Zo bedraagt de doodschuld van volgende gildeleden terug gevonden in het oudste boek die de gilde bezit en dateren van 1748 tot 1907
Op heden dezen 24 februarie 1748 zijn in onze gilde van D’H.Barbara gekomen de naer Tuigende personen. Joseph Van Bekere Hubreyht, Andries Gheysen François. De welke beloven t’houden en onderhouden alle de reglementen bij deze boek vermeld en beloven elk besonder voor doodschuld de somme van 8 pond pars, in teeken der waerheyd hebben wy dit onderteekend met ons eygen en gewoonlyk handteeken
get. Joseph Van Ackere
Andries Gheysen op heden dezn 29 Juny 1762 is in onze gilde van D’H. Barbara gekomen den persoon van Novicus Nuttens Gillis den welken belooft t’onderhouden alle de reglementen een statuten bij dezn boek vermeit en belooft te geven voor doodschuuld de somme van 13 pond pars mits conditie van te hebben een gezonge misse tot lavenisse van zijn riele
get. Louis Nuttens
Op heden dezn 8 Xbre(oktober) 1790 is in onze gilde van D’heylige Barbara gekomen ie persoone van Clara Anna Van Gheluwe huysvrouwe van Joannis Van Wynsberghe. De welke belooft te houden en onderhouden alle de reglementen en statuten bij dezn boek vermelt en belooft voor doodschuld een alve tonne bier in banden en een als pond wasch ter eere van D’H Barbara contant betaald
get. Clara Anna VanGheluwe
Is in onze gilde van D’heylige Barbara gekomen Jeannis Angelus Dupont Louis inwoonde deze Commune den welke beleeft te houden ende onderhouden alle de reglementen in deze boek gemeld zoo de jaergelden als arsiersins ende belooft te betalen voor Doodschuld: Eene halve tonne goed bier aan de Confreérs die zijn Dood Lichaam ter aerde zullen helpen geleyden, vaeren en een half pond Washh te branden ter eere van onze patroonese D’Heylighe Barbara Te betalen verzoeke van de verzorger deze
get. Joannis Dupondt
Heden is onze gilde gekomen Sieur François Royer student te Brussel welke verklaart zich te onderwerpen aen allede artikels die de Maatschappy vermeld en voor doodschuld te betalen eene halve ton bier 10 Kilos beafstukken en een pond was ter eere van onze patrones de heilige Barbara
Gulleghem 27 september 1879 get. Francois Royer
Op heden 4 december 1907 jaardag van de heilige Barbara patrones der gilde zijn aanveerd in onze gilde gevestigd in «De Vlasblom” te Gullegem D’Eeeren
get. Rene Talpe Joseph Laga Silvere Bakelandt
1.Rene Talpe Geneesheer te Gullegen
2.Joseph Laga ,, ,, ,,
3.Silvere Bakelandt Vlashandelaar ,,
die verklaren bij dezen hen te willen gedragen en onderwerpen aan alle artikels en voorschriften de Maatschappy en in deze boek vermeld zij beloven voor doodschuld te geven Eene hesp van 10 kgr en eene halve ton bier
Dit waren ook de laatsten die zich in de boek hebben ingeschreven.
Zoals u zelf kunt uitmaken bepaalde ieder lid min of meer zijn doodschuld. Sommige hebben het betaald andere niet dit was te oordelen volgens de overlevende familieleden. Ook hebben we kunnen uitmaken dat de gilde niet altijd plaats heeft gehad in het huidig lokaal ‘De Gouden Bank’ aangezien men schrijft van de ‘Vlachblom’.